‘Muren houden niemand tegen’
De wereld kent op dit moment 65 miljoen ontheemde mensen – het hoogste aantal sinds de Tweede Wereldoorlog. Politici bouwen muren in de hoop hen buiten de eigen grenzen te houden. “Daar los je niks mee op”, stelt Marcella Kraay, coördinator van Artsen zonder Grenzen.
Marcella Kraay (48) verblijft voor haar werk regelmatig zes tot negen maanden in een vluchtelingenkamp ergens ter wereld. Als projectcoördinator is ze verantwoordelijk voor alle activiteiten binnen een project. Ze stelt jaarplannen en projectvoorstellen op, analyseert de humanitaire en veiligheidscontext in de regio, en onderhoudt de contacten met lokale autoriteiten en groepen. In de praktijk zijn haar werkzaamheden divers en is ze betrokken bij alle lagen van de organisatie. Ze weet dus waar ze over praat. Hoe kijkt iemand die met haar voeten in de modder staat aan tegen de vluchtelingencrisis, die alleen maar erger lijkt te worden?
Als het gaat om die 65 miljoen ontheemde mensen, wat is dan uw grootste zorg?
“De manier waarop met deze mensen wordt omgegaan. Als Artsen zonder Grenzen zien we dat dit overal ter wereld gepaard gaat met het schenden van mensenrechten, niet in het minst in Europa. Dat is dan ook de reden waarom wij geen geld meer aannemen van EU-lidstaten of instellingen. Wij werken in de herkomstlanden en langs de route en zien wat al die vluchtelingen meemaken. Ik denk dat veel mensen in Nederland goed begrijpen dat het in Syrië niet pluis is, en ook dat zo’n bootje op de Middellandse Zee niet alles is. Maar dat er tussendoor en bij aankomst in Europa talloze dingen gebeuren die traumatisch zijn voor mensen – ik denk niet dat iedereen dat even goed doorheeft.”
Met die boycot mengt Artsen zonder Grenzen zich vrij duidelijk in het debat. Wat hopen jullie daarmee te bereiken?
“Als Artsen zonder Grenzen leveren we niet puur en alleen medische zorg, we zijn ook een humanitaire organisatie. We spreken ons uit op lokaal, internationaal en bilateraal niveau. Steeds weer kijken we hoe we het meest effectief onze stem kunnen gebruiken. Allemaal met als doel beleidsmakers te beïnvloeden richting een humaner beleid.”
En, lukt dat?
Kraay is even stil. “Dat is moeilijk te zeggen. Ik denk dat Artsen zonder Grenzen zeker een gerespecteerde stem is. We zijn al met vluchtelingen bezig sinds onze oprichting 45 jaar geleden. We hebben heel veel ervaring. Tegelijkertijd zijn er allerlei redenen waarom regeringsleiders en overheden toch besluiten niet naar ons te luisteren.”
Welke redenen zijn dat volgens u?
“Ik vind het een beetje moeilijk om te spreken voor regeringsleiders maar ik kan me voorstellen dat het te maken heeft met angst. Het hele beleid is er immers op gericht mensen weg te duwen en weg te houden. Zeker in Europa is dat heel duidelijk, met de EU-Turkije deal en nu met de EU-Afghanistan deal. Binnen deze afspraken ontvangen Turkije en Afghanistan financiële steun van de Europese Unie, wanneer ze vluchtelingen binnen de eigen grenzen houden – zodat ze niet naar Europa komen. Zo krijgt Afghanistan op jaarlijkse basis 1,3 miljard euro in ruil voor de terugname van vluchtelingen. Je ziet het ook in Amerika gebeuren en tussen Latijns-Amerikaanse landen. Intussen zegt de overheid in Kenia: we vangen hier al jaren grote groepen vluchtelingen op, maar als jullie in Europa die lui er uitschoppen, waarom zouden wij dan het braafste jongetje van de klas zijn? Dus nu wil Kenia een van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld sluiten. Maleisië houdt al jaren vluchtelingen uit Myanmar tegen en ook Australië is al tientallen jaren aan het experimenteren met alles wat we nu in Europa zien: muren bouwen, mensen gevangenzetten en buiten de grenzen houden. Zo kan ik nog even doorgaan. Iedereen bouwt muren, ik denk uit angst. Maar daar los je dus niets mee op. Er zijn zoveel redenen voor vluchtelingen om een veilige haven te zoeken. Je kunt wel muren bouwen maar dat houdt niemand tegen. Mensen zoeken hoe dan ook een uitweg.”
Wat lijkt me dat ontzettend frustrerend. Je werkt je een slag in de rondte, in het veld en in het debat, en alles wat er gebeurt is dat er meer muren komen.
“Ja, dat is lastig. Een ding is heel duidelijk als je met mensen spreekt die op de vlucht zijn: ze blijven het liefst zo dicht mogelijk in de buurt van hun huis. Vandaar dat van de 65 miljoen ontheemden 40 miljoen nog binnen de eigen landsgrenzen verblijven. Daarnaast zit een heel groot deel in de regio. Het is maar een klein deel die het buiten de eigen regio zoekt. Mensen die op de vlucht slaan doen dat echt niet voor niets. Ook al zijn er altijd meerdere redenen om te vluchten, altijd hoor je: ‘Ik kan niet voorzien in het onderhoud en de veiligheid van mijzelf en van mijn familie’.”
U vertelt dit alsof u iets nieuws meldt, waarom?
“Vanwege dat belachelijke onderscheid dat er wordt gemaakt tussen de arme mensen die oorlog ontvluchten en de gelukszoekers. Zo simpel is het niet. Het is niet zo dat iedere Syriër bommen op zijn hoofd heeft gekregen, maar het is hoe dan ook wél onleefbaar geworden voor diegene.”
Al die tegenwerking en negativiteit, het lijken me geen prettige werkomstandigheden.
“Ik moet van mezelf ook af en toe kijken naar al het goede dat gebeurt, naar al die gastvrije mensen die er zijn. Die zijn er ook en dat is overal ter wereld zo. Begin dit jaar was ik in het Koerdische deel van Irak, waar zo’n drie miljoen mensen zijn opgenomen. Daar zie je dezelfde angsten, maar ook die hartelijkheid en gastvrijheid. Die dynamiek zie je eigenlijk overal.”
Die hartelijkheid en gastvrijheid komen vooral van mensen en organisaties die de toestand de spuigaten uit vinden lopen omdat de overheid niets doet, toch?
“Het is wel wat complexer dan dat. Er zijn ook binnen overheden mensen die dingen willen. Er zijn gemeentes in Nederland die klaar staan om asielzoekers te ontvangen, maar diezelfde asielzoekers zitten vast in Griekenland omdat de Europese lidstaten ze niet op komen halen. Ondertussen zitten ze in vluchtelingenkampen met zulke slechte leefomstandigheden. Persoonlijk heb ik het nog nooit zo erg gezien. Tegelijkertijd denk ik ook dat de overheid een reflectie is van de bevolking. Anders gezegd: de bevolking accepteert in zekere zin de overheid die ze heeft. Hoe de angst regeert, binnen de bevolking en binnen de overheid, dat moet je niet onderschatten.”
Is die angst een vaststaand gegeven of kunnen we er ook omheen?
“Het gaat hier om angst voor het andere, voor dat wat je niet kent. In confrontatie met dat wat anders is dan jijzelf denk ik dat angst een natuurlijke eerste reactie is. Maar die angst kan wel degelijk overwonnen worden. Simpelweg door contact te leggen met hij of zij die anders is, met die vluchteling in dit geval. In dat contact is er ruimte om de menselijkheid in elkaar te erkennen, dat slaat een brug slaat en vervolgens bant dat de initiële angst uit. En je ziet dit vaak zat gebeuren, in asielzoekerscentra, lokale gemeentes en bij mensen thuis. Ik kan best zeggen dat 65 miljoen mensen ontheemd zijn, maar dat soort getallen dringt nauwelijks tot mensen door. Wanneer zo’n getal ineens een menselijk gezicht krijgt, dan wel.”
Politici en regeringsleiders zien dezelfde beelden als wij. Ik zie onder hen weinigen die een brug proberen te slaan.
“Angela Merkel heeft het geprobeerd en je ziet dat dit veel goeds teweegbracht. Maar je ziet ook de tegenstand die je krijgt, de angst dat iedereen vervolgens naar Duitsland komt omdat je de enige bent die zegt dat vluchtelingen welkom zijn. Ook al zal het aantal vluchtelingen dat uiteindelijk komt echt niet zo groot zijn. Het droomscenario is natuurlijk dat regeringsleiders de handen ineenslaan en allemaal hun land openstellen, met inachtneming van de eigen soevereiniteit en grenzen, die geven ook een bepaalde bescherming. Dan zou het allemaal veel soepeler gaan.”
Je ziet het tegenovergestelde gebeuren. Omdat overheden verzaken, heeft u nu werk. Al die mooie initiatieven van organisaties en burgers zijn prachtig maar houden het probleem in zekere zin ook in stand. Overheden denken ‘och, nou, het kan erger, het wordt eigenlijk best aardig opgevangen’, en doen wéér een stapje achteruit. Of ben ik nu te cynisch?
“Het punt dat de overheid op haar lauweren gaat rusten op het moment dat je haar taak overneemt is inderdaad iets waar wij als Artsen zonder Grenzen continu tegenaan lopen. In eerste instantie gaan we ergens naartoe omdat daar de boel in elkaar is gedenderd en iemand iets moet doen omdat er mensen doodgaan. Dus de noodzaak is er. Maar als je er eenmaal zit terwijl je gratis hoge kwaliteit medische hulp biedt, dan is het niet altijd even makkelijk om er weer uit te stappen wanneer de situatie weer enigszins stabiel is. Die overheid denkt dan: die lui van Artsen zonder Grenzen doen het prachtig, beter dan wij dat zouden kunnen, laat hen het maar doen. Die discussie hebben wij intern vaak: is dat niet een negatief effect van ons werk, dat we de rol van de overheid overnemen? Nu hebben we in de afgelopen 45 jaar wel manieren ontwikkeld om dat langzamerhand over te dragen, maar we weten ook dat ons vertrek altijd gepaard gaat met kwaliteitsverlies en met hogere prijzen voor gezondheidszorg. Maar betekent dit dat je dan maar niets moet doen? Wij zeggen dan hartgrondig nee; het gaat om mensenlevens. Je kunt boos zijn op de overheid omdat die het niet doen, maar je moet ook actie ondernemen. Woorden én daden.”
Dus dan maar dweilen met de kraan open…
“Ja, zo zijn er nog meer uitdrukkingen waar je ons werk mee weg kunt zetten: als een druppel op de gloeiende plaat. Of als een doekje tegen het bloeden. Dat is allemaal waar. Maar als je bloedt, is zo’n doekje best wel fijn. Artsen zonder Grenzen biedt dat doekje vrij letterlijk aan; die bloedende mensen zijn immers onze dagelijkse realiteit. Die moeten we helpen. Vorige week organiseerde ik hier een discussieavond over de vluchtelingenproblematiek. Op de uitnodiging had ik een afbeelding gezet met de tekst ‘Keep calm and stay human’. Als we dat nou eens allemaal zouden doen: kalm en menselijk blijven…”
Ik spreek u nu in dit gerieflijke kantoor. Uw normale werkplek is in het veld, waar u dingen meemaakt die ik mij niet voor kan stellen. Hoe blijft u op de been?
“Ik zal niet zeggen dat het werk wat ik doe altijd makkelijk is. Toch denk ik nooit aan opgeven. Als ik de veerkracht zie van mensen op de plekken waar wij werken, dat is ongelooflijk. Als ik zie hoe een vader liefdevol een ziek kind te eten geeft of een moeder die zingend met haar baby onze kliniek verlaat, dan ben ik alleen maar blij dat ik dit werk mag doen. Als je in een vluchtelingenkamp werkt zie je dingen die je eigenlijk nooit wilt zien. Mensen die lijden, een kind met een tetanusinfectie en dat soort dingen. Maar juist omdat je daar dan bent met de middelen om er wat aan te doen, dat geeft voldoening. Daarbij manoeuvreer ik me graag in situaties waarin ik word uitgedaagd. Ik zit niet te wachten op huisje, boompje, beestje in een Vinexwijk. Ik zoek die oncomfortabele situaties juist graag op. Ik voel me vooral ontzettend bevoorrecht dat ik dit werk kan doen. Stiekem ben ik een beetje een calvinist, zoals mijn grootouders dat waren. Op een bepaalde manier haal ik voldoening uit lijden, uit afzien. Dan kan je gaan survivallen of extreme alpinist worden; je kunt ook bij Artsen zonder Grenzen gaan werken.”
Tussen de missies door bent u in Nederland. Is dat niet ontzettend bevreemdend?
“Na zes of negen maanden missie ben ik weer weg en ga ik lekker in Nederland een latte macchiato drinken. Daar kan ik echt wel van genieten dan. Ik ben juist geïnteresseerd in die contrasten. De eerste keer dat ik in Afrika zat was ik in Zambia, voor mijn masterscriptie. Overdag zat ik in een hiv-kliniek en ’s avonds ging ik gin-tonic drinken in de poloclub. Ik vind dat fascinerend. Dat is misschien de antropoloog in mij.”
Moeten we dan toch maar allemaal naar de uithoeken van de wereld om vluchtelingen te helpen? Samen de schouders eronder zetten en voor die 65 miljoen ontheemden zorgen?
“Dat lijkt mij niet zo’n goed idee. Ik ben elke dag weer dankbaar dat niet iedereen de wereld over holt om mijn werk te doen. Want wie moet dan die latte macchiato maken als ik thuiskom of het brood bakken dat ik eet? Die mensen hebben we ook nodig. Daarbij: denk globaal, handel lokaal. Er is genoeg dat je in Nederland kunt doen. Zo worden de ongedocumenteerden vaak vergeten, terwijl juist zij het hardste hulp nodig hebben. Daarbij, onderschat niet het belang van theedrinken. Als mensen hier net een status hebben gekregen is dat het beste wat je kunt doen: ga samen eens rustig een kopje theedrinken. Moet je eens zien wat er dan van die angst overblijft.” .
Paspoort
Marcella Kraay (Wormerveen, 1968) is projectcoördinator bij Artsen zonder Grenzen. * Komt zelf uit een migrantenfamilie: haar grootouders zijn Nederlands, haar ouders Canadees en zelf is zij in Nederland opgegroeid. * Werkte van 2003 tot 2012 voor Schone Kleren Campagne, eerst als organisatiecoördinator en later als Europees coördinator. * Studeerde geschiedenis en later, in 2011, medische antropologie en sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. * Deed 35 jaar geleden mee aan de demonstratie tegen kernwapens op 21 november in Amsterdam. * Ze kijkt het liefst zoetsappige romcoms met Hugh Grant. * Woont samen met haar partner in Amsterdam (als ze niet op missie is).